Vandaag ben ik weer in het boek Oskam gaan lezen, maar dit keer voor de ontwerpfase, dit zijn mijn bevindingen van bladzijde 172 - 200:
- Het is belangrijk om overal schetsjes/modelletjes van te maken in deze fase.
- Zonder systematische aanpak is je kans van slagen in deze fase nihil.
- Je begint hierbij met het genereren van ideeën voor de hoofdfunctie.
- Er zijn hierbij twee invalshoeken: Je ontwerpvisie en je succescriteria.
- Begin met wat het belangrijkste is van je ontwerpvisie.
- Creatieve sessies zijn hierbij goed om ideeën te genereren, maar ook voor je teambuilding.
- Formuleer per succescriteria een prikkelende vraag, en probeer deze te beantwoorden. Dit kan je op zijn beurt weer doen met creatieve sessies.
- Drie tot acht concepten werkt vaak het beste.
- Een ideeënformulier is handig om je ideeën te vergelijken.
- De oplossingen die we hebben bedacht moeten veel van elkaar verschillen.
- Daarna begin je met ideeën genereren voor je deelfuncties.
- Voor het beantwoorden van je deelvragen is het ook handig om creatieve sessies te gebruiken.
- Stel daarvan kritische functies op, en zorg ervoor dat je ze test(dat kan met een model, maar ook met simulaties).
- Een morfologisch overzicht is handig om te kijken welke oplossingen goed samengaan.
- Concepten zijn tekeningen en beschrijvingen van het gehele product.
- Die worden zo ver uitgewerkt dat er een schatting kan worden gemaakt van de haalbaarheid.
- Voor het selecteren vaan deeloplossingen kijk je naar:
- Wat het beste is per deelfunctie.
- Wat het beste past bij de totaaloplossing.
- Wat de beste gelijksoortige oplossingen zijn.
- Hierna ga je de product lay-out bepalen.
- Hier is het ook handig om een (3D) model te maken van de onderdelen.
- De lay-out wordt vooral bepaald door Ergonomie.
- Integraal ontwerpen is een cyclisch proces: je gaat alles langs.
- Je concepten zijn gereed als ze voldoen aan:
- De ontwerpvisie moet herkenbaar zijn.
- De ontwerpcriteria moeten herkenbaar zijn.
- De concepten hebben een gelijk niveau van uitwerking.
- Zo is het naast het uitwerkingsniveau de manier waarop het is uitgewerkt ook belangrijk voor het vergelijken van de concepten.
- Zorg daarom bij het vastleggen van de concepten in ieder geval voor deze elementen:
- Geef het een naam.
- Maak van ieder concept een afbeelding van het geheel.
- Schrijf de belangrijkste kenmerken op van elk concept.
- Schrijf het werkingsprincipe op of geef dit visueel weer.
- Voordat je begint aan de conceptvergelijking moet je eerst de haalbaarheid van de concepten inschatten.
- De ontwerpcriteria hoef je alleen maar in te schatten, omdat het geen zin heeft om nu al daarin precies te gaan werken.
- Daarna ga je de ontwerpen vergelijken, en kijken welke het beste is.
- Ga voor een concept van wereldklasse, neem geen genoegen met minder.
- Start met het beste concept, ook al is dit van de concurrent. Probeer dit daarna te verslaan, of gebruik dit concept.
- Het eerste wat je doet met het toetsen van een concept is het toetsen aan de eisen, de concepten die hier niet aan voldoen vallen af.
- Ieder teamlid kan geschatte scores apart invullen, dan kan je preciezer je eigenschap inschatten.
- Vergelijk daarna de concepten op basis van succescriteria, neem hierbij wel een referentieconcept. Het is handig om als referentieconcept je voorkeursconcept te nemen.
- Zet dit in een schema, en dan kun je bijvoorbeeld zeggen beter (+), veel beter (++), slechter (-), veel slechter (--) of gelijk (=). Dit is veel overzichtelijker dan dat je het bijvoorbeeld in cijfers gaat uitdrukken.
- Onderaan de tabel kun je de totaalscore opschrijven in vergelijking met je referentieconcept.
- Onderzoek daarna of je een hybride concept kan maken met de beste eigenschappen van meerdere concepten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten