donderdag 29 september 2016

Het boek Oskam 29-09-2016

Vandaag ben ik weer in het boek Oskam gaan lezen, maar dit keer voor de ontwerpfase, dit zijn mijn bevindingen van bladzijde 172 - 200:


  • Het is belangrijk om overal schetsjes/modelletjes van te maken in deze fase.
  • Zonder systematische aanpak is je kans van slagen in deze fase nihil.
  • Je begint hierbij met het genereren van ideeën voor de hoofdfunctie.
  • Er zijn hierbij twee invalshoeken: Je ontwerpvisie en je succescriteria.
  • Begin met wat het belangrijkste is van je ontwerpvisie.
  • Creatieve sessies zijn hierbij goed om ideeën te genereren, maar ook voor je teambuilding.
  • Formuleer per succescriteria een prikkelende vraag, en probeer deze te beantwoorden. Dit kan je op zijn beurt weer doen met creatieve sessies.
  • Drie tot acht concepten werkt vaak het beste.
  • Een ideeënformulier is handig om je ideeën te vergelijken.
  • De oplossingen die we hebben bedacht moeten veel van elkaar verschillen.
  • Daarna begin je met ideeën genereren voor je deelfuncties.
  • Voor het beantwoorden van je deelvragen is het ook handig om creatieve sessies te gebruiken.
  • Stel daarvan kritische functies op, en zorg ervoor dat je ze test(dat kan met een model, maar ook met simulaties).
  • Een morfologisch overzicht is handig om te kijken welke oplossingen goed samengaan.
  • Concepten zijn tekeningen en beschrijvingen van het gehele product.
  • Die worden zo ver uitgewerkt dat er een schatting kan worden gemaakt van de haalbaarheid.
  • Voor het selecteren vaan deeloplossingen kijk je naar:
  1. Wat het beste is per deelfunctie.
  2. Wat het beste past bij de totaaloplossing.
  3. Wat de beste gelijksoortige oplossingen zijn.
  • Hierna ga je de product lay-out bepalen.
  • Hier is het ook handig om een (3D) model te maken van de onderdelen.
  • De lay-out wordt vooral bepaald door Ergonomie.
  • Integraal ontwerpen is een cyclisch proces: je gaat alles langs.
  • Je concepten zijn gereed als ze voldoen aan:
  1. De ontwerpvisie moet herkenbaar zijn.
  2. De ontwerpcriteria moeten herkenbaar zijn.
  3. De concepten hebben een gelijk niveau van uitwerking.
  • Zo is het naast het uitwerkingsniveau de manier waarop het is uitgewerkt ook belangrijk voor het vergelijken van de concepten.
  • Zorg daarom bij het vastleggen van de concepten in ieder geval voor deze elementen:
  1. Geef het een naam.
  2. Maak van ieder concept een afbeelding van het geheel.
  3. Schrijf de belangrijkste kenmerken op van elk concept.
  4. Schrijf het werkingsprincipe op of geef dit visueel weer.
  • Voordat je begint aan de conceptvergelijking moet je eerst de haalbaarheid van de concepten inschatten.
  • De ontwerpcriteria hoef je alleen maar in te schatten, omdat het geen zin heeft om nu al daarin precies te gaan werken.
  • Daarna ga je de ontwerpen vergelijken, en kijken welke het beste is.
  • Ga voor een concept van wereldklasse, neem geen genoegen met minder.
  • Start met het beste concept, ook al is dit van de concurrent. Probeer dit daarna te verslaan, of gebruik dit concept.
  • Het eerste wat je doet met het toetsen van een concept is het toetsen aan de eisen, de concepten die hier niet aan voldoen vallen af.
  • Ieder teamlid kan geschatte scores apart invullen, dan kan je preciezer je eigenschap inschatten.
  • Vergelijk daarna de concepten op basis van succescriteria, neem hierbij wel een referentieconcept. Het is handig om als referentieconcept je voorkeursconcept te nemen.
  • Zet dit in een schema, en dan kun je bijvoorbeeld zeggen beter (+), veel beter (++), slechter (-), veel slechter (--) of gelijk (=). Dit is veel overzichtelijker dan dat je het bijvoorbeeld in cijfers gaat uitdrukken.
  • Onderaan de tabel kun je de totaalscore opschrijven in vergelijking met je referentieconcept.
  • Onderzoek daarna of je een hybride concept kan maken met de beste eigenschappen van meerdere concepten. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten